dinsdag 12 april 2016

De voor- en nadelen van In-Place Families

In een vorige post stelde ik voor om linked dwg's op te nemen in een In-Place Family, om te zorgen dat die ook zichtbaar zouden zijn wanneer je het model linkt in een ander model. Ik gaf daarbij aan dat het om verschillende redenen raadzaam is om In-Place Families te vermijden. Naar aanleiding van een vraag die ik hierover kreeg, ga ik hierbij dieper in op deze redenen.





De voordelen
Laat ik beginnen met het noemen van wat voordelen van In-Place Families:

  • Je werkt in de context van je project
  • Je hebt snel resultaat
  • Complexe vormen in je project zijn eenvoudig te volgen
  • Je hoeft je niet te houden aan de family-structuur ("bone-muscle-skin")
  • Minder gedoe met parameters


De nadelen
Voordat je direct enthousiast ermee aan de slag gaat: de nadelen liegen er ook niet om:

Consistentie tussen projecten
De In-Place Family spreekt veel beginnelingen erg aan, omdat je hem modelleert binnen de context van je project. Omdat zij vaak nog niet alle functies van Revit goed kennen of beheersen, wijken ze vaak uit naar In-Place Families terwijl er wel een 'native' oplossing voor bestaat. Dit 'oneigenlijk functiegebruik' leidt tot het volgende:
  • Bij een gemengd kennisniveau binnen je organisatie levert dat inconsistente modellen op, met als gevolg dat collega's minder eenvoudig het project van een ander kunnen overnemen.
  • Bij het exporteren bestaat het risico dat elementen niet of niet goed meekomen, doordat de (sub)category niet automatisch wordt toegekend.
  • Materialen worden maar zelden doorgekoppeld met een parameter en daardoor moet je de In-Place Family steeds opnieuw openen om een kleur of materiaal te wijzigen.
Hergebruik van Families
Het opbouwen van een componenten-bibliotheek kost tijd en dus geld. Je zult zeker in het begin dus vaak componenten missen. Door op dat moment gelijk een goed werkende Family te bouwen vul je de bibliotheek gaandeweg aan met componenten die blijkbaar ook echt gebruikt worden. Wegens tijdgebrek of door gebrek aan kennis van het bouwen van Families wordt echter vaak een In-Place Family gebruikt.
  • Deze Families zijn niet eenvoudig in de bibliotheek op te nemen. Alleen via een omweg kun je ze omzetten in een losse Family, waarna het nog veel tijd kost om hem om te bouwen zodat hij ook in een ander project goed werkt. Conclusie: het gebeurt niet. Je moet daardoor bij een volgend project nogmaals tijd en energie stoppen in het modelleren van een hetzelfde onderdeel. Vraag maar eens aan je leidinggevende of hij dat een goed idee vindt... ;-)
Gebruik van Schedules
Kenmerken van In-Place Families worden niet of beperkt weergegeven in Schedules.
  • Bepalen van m2 van een onderdeel van een In-Place Family is niet mogelijk

Kopiëren van In-Place Families
Bij het maken van de In-Place Family moet je voor elke solid aangeven wat zijn workplane is. De solid wordt op het gekozen workplane gehost. Ook de oriëntatie van profiles en paths van de Sweeps wordt onthouden.
  • Als een In-Place Family moet worden gekopieerd, geroteerd en/of gespiegeld, dan zul je zien dat je óf zoveel foutmeldingen krijgt dat het niet eens lukt, óf dat onderdelen worden verschoven of verdraaid. Dat komt omdat de oorspronkelijke host niet langer beschikbaar blijkt, of doordat de oriëntatie van een Sweep is omgeklapt.
Bestandsgrootte en prestatie
Bij het inladen van een normale Family wordt deze in je projectdatabase omschreven en maak je per plaatsing een verwijzing naar die omschrijving. Bij In-Place Families zorgt elke kopie voor een extra omschrijving van de onderdelen binnen de FamilyRevit werkt daarom het beste met System-Families en normale 'loadable' Families. 
  • In-Place Families blijken funest voor de omvang en prestatie van je model.
  • Als je een In-Place Family aanpast, wijzigen de kopieën daarvan niet mee.

Wanneer gebruik je dan wel een In-Place Family?

Als je de volgende vragen allemaal bevestigend kunt beantwoorden, is het gebruik van In-Place Families de juiste keuze:
  • Er is geen standaard Revit-functie beschikbaar voor het onderdeel,
  • Het element komt slechts één keer voor, zowel binnen het project als daarbuiten,
  • De vorm en afmetingen zijn afhankelijk van de omgeving,
  • De modelleur is zorgvuldig genoeg om te zorgen voor de juiste (sub)categories, materiaalkoppelingen en het gebruik van profile-families, zodat aanpassingen eenvoudig kunnen worden uitgevoerd,
  • Het betreft een uitzonderlijk geval, het model bestaat voor het overgrote deel uit System Families en losse families.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten